Moving forward together into the future.

Consignatievoorraad / inventaris van niet-ingezetenen in Europa

Voorbeeld bedrijf A
Bedrijf A is een bedrijf dat in Singapore is gevestigd. Bedrijf A exporteert goederen uit Singapore en verkoopt goederen aan klanten in de EU. Bedrijf A wou voorraad hebben in Europa, maar had geen Europese vestigingen.

Voorbeeld bedrijf B
Bedrijf B is een dochteronderneming van een Japans bedrijf en is gevestigd in het VK. Bedrijf B had voorraad in het VK en verkocht de goederen vanuit zijn magazijn in het VK aan haar klantenin EU-lidstaten. Bedrijf B wou voorraad in die EU-lidstaten hebben.

DDP-handel aan EU-klanten

Voorbeeld bedrijf C
Bedrijf C is een bedrijf dat in de VS is gevestigd en exporteert producten naar haar klanten in de EU-lidstaten. Bedrijf C werd door zijn EU-klanten verzocht om haar handelsvoorwaarden te wijzigen in DDP. Volgens deze DDP-voorwaarden moet de leverancier (=bedrijf C) een importeur zijn en de inklaring regelen, maar bedrijf C had geen vestiging in EU-lidstaten.

Consignatievoorraad eigendom van het Japanse hoofdkantoor

Voorbeeld bedrijf D
Bedrijf D is een dochteronderneming van een Japans bedrijf en is gevestigd in Duitsland. Zij importeerden goederen uit Japan en verkochten die aan hun Europese klanten. Bedrijf D werd door die klanten gevraagd om voorraden in Europa te hebben, maar dat was niet eenvoudig omdat bedrijf D klein van omvang is en over beperkte financiële middelen en mankracht beschikt.

Transport naar Europa regelen

Voorbeeld bedrijf E
Bedrijf E koopt producten in bij een leverancier in Azië en transporteert deze naar Europa.　De leverancier regelt zeevracht naar Europa, maar bedrijf E heeft moeite met het traceren van de ladingen omdat het verzenddocumenten altijd erg laat ontvangt.

Minimaliseren van logistieke kosten

Voorbeeld bedrijf F
Bedrijf F is in Japan gevestigd enexporteert rechtstreeks kleine hoeveelheden producten naar klanten in EU-lidstaten via LCL- of AIR-vrachten (producten voor elke inkooporder worden afzonderlijk verzonden). Bedrijf F wil de logistieke kosten minimaliseren door FCL-verzending te gebruiken en voorraad te hebben binnen de EU. Zij hebben echter geen vestiging in de EU.

Voorraad met douanestatus

Voorbeeld bedrijf G
Bedrijf G is een dochteronderneming van een Japans bedrijf en is gevestigd in Düsseldorf (Duitsland). Zij hadden voorraad in een magazijn in Hamburg en verkochten de goederen aan klanten in EU-lidstaten. Bedrijf G had echter cashflowproblemen omdat invoerrechten en btw op alleproducten in een container betaald moesten worden bij aankomst in het magazijn.

Logistiek centrum export

Voorbeeld bedrijf H
Bedrijf H levert producten aan Noord-,Centraal- en Zuid-Amerika, Afrika en het Midden-Oosten. Het duurt lang om goederen van Japan naar de oostkusthavens van de VS, Midden- en Zuid-Amerika of Afrika te vervoeren; daarom zou het bedrijf graag een voorraad in een derde land hebben om de overslagtijden naar deze bestemmingen te verkorten en om tegelijk andere gebieden te kunnen bevoorraden.